Scheiden via de ambtenaar van de burgerlijke stand Goedkoop of duurkoop?; nr. 5

02/10/2014

Op dit moment is het voor gehuwde stellen in alle gevallen verplicht door tussenkomst van een rechter te scheiden. In deze situatie is altijd een advocaat betrokken. Deze advocaat dient immers het verzoekschrift tot scheiding in. Het is gebruikelijk dat als cliënten op gemeenschappelijk verzoek scheiden, zij voorafgaande aan het indienen van het verzoekschrift afspraken maken over de gevolgen van de scheiding. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over de verdeling van bezittingen en schulden, partneralimentatie, pensioenrechten, belastingaangifte in het jaar van scheiden, et cetera. Meestal laat de scheidingsconsument zich hierbij begeleiden door een deskundige van het scheidingsproces (advocaat, notaris, mediator, financiële scheidingsbegeleider).

Op 5 september 2014 heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel van Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. Het wetsvoorstel betreft de vereenvoudiging van de scheidingsprocedure voor gehuwden zonder minderjarige kinderen die het onderling eens zijn over hun scheiding. Deze stellen zouden in de toekomst via de ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen scheiden. Partijen zijn hierbij niet verplicht afspraken over de gevolgen van de echtscheiding vast te leggen in een schriftelijke overeenkomst. “De procedure wordt door deze wijziging eenvoudiger, overzichtelijker en goedkoper”.

Door deze wetswijziging wordt de suggestie gewekt dat een scheiding eenvoudig afgewikkeld kan worden. Samen naar het gemeentehuis en daarna kan iedereen weer verder met zijn leven. Niets is minder waar. De juridische scheiding is weliswaar gerealiseerd, maar het gedeelte van de scheiding waar het echt om gaat (invulling van de gevolgen van de scheiding) is onderbelicht gebleven. Het is zeer waarschijnlijk dat ex-echtgenoten na de scheiding weer om tafel moeten om alsnog goede afspraken te maken over deelonderwerpen die zijn blijven liggen. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over de belastingaangifte in het jaar van scheiding, pensioenenrechten die niet verevend zijn, de vastlegging van duidelijke afspraken die samenhangen met de gezamenlijke woning, het verdelen van verzekeringen, et cetera. Door het niet regelen van deze zaken kan de scheidingsconsument op verschillende manieren schade leiden. Scheidende stellen hebben hierdoor voor de procedurele afwikkeling van hun scheiding nagenoeg altijd advies nodig van een deskundige scheidingsbegeleider.

Nadat de scheidingsconsument zorgvuldig is geadviseerd door de scheidingsprofessional en alle afspraken in een convenant zijn vastgelegd, kan deze samen met zijn toekomstige ex-echtgeno(o)t(e) naar het gemeentehuis om de scheiding door de ambtenaar uit te laten spreken. De nieuwe procedure via de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft als voordeel dat de kosten die samenhangen met de juridische scheidingsprocedure (advocaatkosten, griffierechten) worden bespaard. Dit kan al snel oplopen tot circa € 750,-. Daarnaast worden scheidingsbegeleiders die geen advocaat zijn minder afhankelijk van de advocatuur. Hierdoor kunnen andere beroepsgroepen zich autonomer ontwikkelen. Wij staan daarom positief tegenover deze ontwikkeling, mits partijen zich laten adviseren door een deskundige. Daar liggen kansen voor financiële professionals.

Bij deze nieuwsbrief vindt u als bijlage een flowchart van het scheidingsproces en een checklist benodigdheden voor het scheidingsproces. De flowchart kunt u aan cliënten verstrekken, zodat zij een globaal overzicht krijgen over de te nemen stappen in een scheidingsproces. De checklist biedt u houvast welke gegevens u nodig heeft van uw cliënten.

– Flowchart van het scheidingsproces
– Checklist benodigdheden voor het scheidingsproces

Op 25 september is de 3e Leergang Financieel Echtscheidingsadviseur Particulier gestart in Hoevelaken. Door het werken met een kleine groep deelnemers en de kwaliteit van de docenten is ook deze leergang door de deelnemers uitzonderlijk hoog gewaardeerd! Daarom start er eind oktober een vierde Leergang. Voor deze leergang zijn er nog een paar plekken beschikbaar. Wilt u meer informatie, mailt u dan naar avanekeren@dfobv.nl.nl

Begeleiding echtscheiding en de rol van de financieel adviseur; nr. 4

10/09/2014

Deze week verscheen in het vakblad VVP het artikel “Optimalisering fiscale regeling echtscheiding luistert nauw”. De in dit artikel beschreven praktijkcasus maakt duidelijk hoe belangrijk de rol kan zijn van de financieel adviseur wanneer relaties van hem gaan scheiden.

Bureau DFO is ervan overtuigd dat het belang van persoonlijk financieel advies op meerdere gebieden in de komende jaren alleen maar belangrijker zal worden. Financieel adviseurs die op deze terreinen over de vereiste kennis en vooral ook de vaardigheid beschikken om deze klanten van dienst te zijn, zullen dan ook een sterke positie in hun regio behouden.

Leergang Register Financieel Echtscheidingsadviseur Particulier
Samen met opleidingsbureau ScheidingsDeskundigeOpleidingen organiseert Bureau DFO de leergang Register Financieel Echtscheidingsadviseur Particulier. De leergang duurt 10 dagen. Per leergang zijn er maximaal 10 deelnemers. Tijdens de opleidingen wordt onder meer gewerkt met praktijk casussen, zoals in het artikel in VVP aan de orde komt.

Start in oktober
Op donderdag 30 oktober a.s. start de vierde Leergang. De onderwerpen die tijdens deze leergang worden behandeld, zijn als volgt over de verschillende dagen verdeeld:

Lesdag 1 : Introductie (vaardigheidsdag 1)
Lesdag 2 : Personen- en Familierecht
Lesdag 3 : Relatievermogensrecht
Lesdag 4 : Relatievermogensrecht (overlijden en scheiden)
Lesdag 5 : Vaardigheidsdag 2
Lesdag 6 : Wet Inkomstenbelasting & De eigen woning
Lesdag 7 : Pensioen & Levensverzekeringen en Onderhoudsverplichtingen & Alimentatie
Lesdag 8 : Vaardigheidsdag 3
Lesdag 9 : Examentraining en integratie
Lesdag 10 : Integratie en proefscheiding

Wilt u meer informatie?
Bent u geïnteresseerd in deze leergang, dan sturen wij u graag uitgebreidere informatie toe. Stuur ons een mail met uw verzoek naar avanekeren@deno.nl. Wij zorgen ervoor dat u snel de aanvullende informatie ontvangt.

Gratis informatiebijeenkomst: De financieel adviseur en echtscheiding; nr. 3

05/08/2014

U heeft zich eerder aangemeld voor de nieuwsbrief over ontwikkelingen op het gebied van echtscheiding zover die voor financieel dienstverleners van belang zijn. Deze gratis nieuwsbrief wordt u aangeboden door Bureau DFO en SD-Opleidingen.

Invloed wet hervorming kindregelingen op alimentatieberekening en inkomen na scheiden
Op 24 juni 2014 heeft de Eerste Kamer de Wet hervorming kindregelingen aangenomen. Deze wetswijziging heeft grote gevolgen voor bestaande alimentatieverplichtingen. De belangrijkste wijzigingen zijn de afschaffing per 1 januari 2015 van de alleenstaande ouderkorting, de aftrek voor levensonderhoud van kinderen onder de 21 jaar en de verhoging van het kindgebonden budget (hierna: KGB). Alleenstaande ouders hebben vanaf 2015 recht op een verhoging van het KGB van € 2.800.

Om de gevolgen van de gewijzigde regelgeving te verduidelijken geven wij hieronder een voorbeeldberekening op basis van de regelgeving van 2014 en één op basis van de gewijzigde regelgeving in 2015.

Casusinleiding
In onderstaande voorbeeldberekeningen worden de volgende uitgangspunten gebruikt:

  • De heer Otten heeft een bruto jaarinkomen van € 40.000 en mevrouw Timmer van € 25.000;
  • Er zijn 3 kinderen van 10, 14 en 16 jaar oud en staan ingeschreven bij mevrouw Timmer;
  • De heer Otten verzorgt de kinderen 3 dagen per week;
  • Er zijn geen nieuwe partners.

Het netto gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk en de behoefte van de kinderen zijn over 2014 en 2015 gelijk.

Alimentatieberekening 2014

Kinderalimentatieberekening dhr. Otten en mw. Timmer 2014
Netto gezinsinkomen ten tijde van huwelijk € 4.140,00
Eigen aandeel conform NIBUD € 1.192,00
KGB mw. Timmer €    189,00
Eigen aandeel ouders € 1.003,00
Draagkracht dhr. Otten (incl. aftrek levensonderhoud kinderen onder 21 van € 116) €    750,00
Draagkracht mw. Timmer (incl. alleenstaande ouderkorting) €    360,00
Totaal gezamenlijke draagkracht € 1.110,00
Draagkrachtvergelijking
Dhr. Otten (750/1110*1003) €   678,00
Zorgkorting dhr. Otten (35% eigen aandeel ouders) €   351,00
Totaal te betalen kinderalimentatie dhr. Otten €   327,00
Totaal bijdrage kosten kinderen mw. Timmer (360/1.110*1.003) €   325,00

Alimentatieberekening 2015

Kinderalimentatieberekening dhr. Otten en mw. Timmer 2015
Netto gezinsinkomen ten tijde van huwelijk € 4.140,00
Eigen aandeel conform NIBUD € 1.192,00
KGB mw. Timmer €    428,00
Eigen aandeel ouders €    764,00
Draagkracht dhr. Otten (incl. aftrek levensonderhoud) €    633,00
Draagkracht mw. Timmer (incl. alleenstaande ouderkorting) €    279,00
Totaal gezamenlijke draagkracht €    912,00
Draagkrachtvergelijking
Dhr. Otten (633/912*764) €   530,00
Zorgkorting dhr. Otten (35% eigen aandeel ouders) €   267,00
Totaal te betalen kinderalimentatie dhr. Otten €   263,00
Totaal bijdrage kosten kinderen mw. Timmer (360/1.110*1.003) €   234,00

Conclusie
In eerste instantie lijkt de wijziging in de wetgeving geen zeer grote gevolgen te hebben onder aan de streep. Toch zullen deze wetswijzigingen mogelijk door veel partijen als onrechtvaardig worden beschouwd. In 2014 zou dhr. Otten netto € 211 (€ 327 – € 116) per maand aan kinderalimentatie moeten betalen, in 2015 netto € 263 per maand. In casu heeft dhr. Otten netto € 624 euro per jaar minder te besteden.

Mw. Timmer hoeft nog maar € 234 per maand bij te dragen in de kosten van de kinderen, € 91 per maand minder dan in 2014. Het netto besteedbaar inkomen van mw. Timmer wijzigt nauwelijks (€ 7 meer per maand, € 84 op jaarbasis). Dit houdt enerzijds verband met de verhoging van het kindgebonden budget en anderzijds met het lagere bedrag dat zij aan kinderalimentatie ontvangt (van € 327 naar € 263 per maand) en het wegvallen van de alleenstaande ouderkorting.

Het rapport alimentatienormen 2014-2 geeft geen advies hoe met deze wetswijziging moet worden omgegaan. Indien de verhoging van het KGB voor alleenstaande ouders dezelfde behandeling krijgt als het gewone KGB zoals hierboven uitgewerkt, dan zou dit het eigen aandeel van de ouders drastisch verlagen. De wijze waarop deze verhoging van het KGB wordt behandeld, zal van grote invloed zijn op de te betalen bijdrages in het levensonderhoud van de kinderen. Dit kan overigens ook weer van invloed zijn voor de ruimte voor partneralimentatie.

Overigens is het voor partijen met meer kinderen mogelijk om bij beide ouders minimaal 1 kind in te schrijven. Wanneer beide ouders aan alle voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor KGB, kunnen zij ook beiden de verhoging van het KGB voor alleenstaande ouders ontvangen. Daarnaast ontvangen in dat geval beide ouders kinderbijslag. Het inschrijven van kinderen bij beide ouders heeft meer gevolgen dan alleen een hoger KGB. Fiscaal gedreven keuzes ten aanzien van het inschrijven van kinderen op verschillende adressen verdienen in onze ogen niet de voorkeur. In onze adviespraktijk worden wij echter vaak geconfronteerd met ouders die fiscaal gestuurde keuzes willen maken. Wanneer u uw cliënten over dit onderwerp adviseert, is het van groot belang dat u uw cliënten informeert over mogelijke andere gevolgen.

Gratis informatiebijeenkomst: De financieel adviseur en echtscheiding
Op 6 augustus a.s. zal bij Bureau DFO een gratis informatiebijeenkomst plaatsvinden over de financieel adviseur en echtscheiding. Tijdens deze bijeenkomst zal drs. J.O. Horsthuis MFP FFP RFEA CFP, directeur SD-Opleidingen (tevens genomineerd als Financieel Planner van het jaar 2014) ingaan op:

  • Het proces van echtscheiding in de praktijk en de rol die de financieel adviseur daarin kan vervullen;
  • Enkele aandachtspunten bij de inrichting van de praktijk van de financieel adviseur die zich gaat toeleggen op financieel advies bij echtscheiding;
  • Informatie over de tiendaagse leergang financieel echtscheidingsadviseur en de driedaagse DFO / SD-Opleidingen echtscheidingsadviseur

Rectificatie
Per abuis is in het voorbeeld van 2015 geschreven dat de draagkracht inclusief de vervallen alleenstaande ouderkorting (mevrouw Timmer) en aftrek levensonderhoud voor kinderen onder de 21 jaar (de heer Otten) is. Ondanks dat uit de eerdere uiteenzetting in de nieuwsbrief duidelijk blijkt dat deze twee voorzieningen in 2015 komen te vervallen vinden wij het belangrijk om u te informeren over deze onjuistheid.

Verdeling van lijfrentes bij echtscheiding heeft juridische gevolgen; nr. 2

10/07/2014

Het toedelen van een lijfrentevoorziening bij de verdeling van een gemeenschap van goederen kan fiscale gevolgen hebben. Deze manifesteren zich op het moment dat één van de ex-partners de lijfrente verzekering krijgt toebedeeld en deze daarvoor een vergoeding betaalt aan de andere ex-partner. De vergoeding die de ex-partner ontvangt in verband met de verrekening van de waarde van de lijfrente is belast bij de ontvanger op grond van artikel 3.102 lid 3 sub b Wet IB 2001. Voor de ex-partner die deze vergoeding betaalt, is de vergoeding als persoonsgebonden aftrek op grond van artikel 6.3 lid 1 sub d Wet IB 2001 aftrekbaar.

In veel gevallen is de scheidingsconsument of de betrokken scheidingsbegeleider zich niet bewust van deze gevolgen. Hierdoor kan de scheidingsconsument schade leiden. Op 21 mei 2014 heeft de Rechtbank Limburg een uitspraak gedaan over een verzoek tot splitsing van een lijfrente. In dit vonnis bepaalt de rechtbank dat de in gemeenschap van goederen gehuwde partners de tot de gemeenschap behorende lijfrente dienen te verdelen in het kader van de echtscheiding. Een toedeling aan uitsluitend de man zou voor de vrouw onaanvaardbare fiscale gevolgen hebben. Het is van belang om met partijen stil te staan bij de fiscale gevolgen van het verdelen van lijfrentes.

Bovenstaand probleem had kunnen worden voorkomen als de ex-partners in het jaar van scheiding doen alsof zij voor het resterende kalenderjaar fiscaal partner zijn. Dit kan op grond van artikel 2.17 lid 5 sub c en lid 7 Wet IB 2001. De belastbare periodieke uitkering en verstrekking bij de ontvanger kan door het toerekenen van de persoonsgebonden aftrek worden geneutraliseerd. Hierdoor zou deze afwikkeling fiscaal neutraal verlopen. Wel zal de vrouw over de ontvangen periodieke uitkering en verstrekking een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet moeten betalen.

Gratis nieuwsbrief echtscheiding
Bovenstaande passage komt uit de Nieuwsbrief echtscheiding die Bureau DFO samen met SD-opleidingen uitbrengt. Dit is een tijdelijke nieuwsbrief die eenmaal in de maand zal verschijnen. De nieuwsbrief zal relevante informatie bevatten voor de financieel adviseur die klanten wil begeleiden bij hun echtscheiding. Toezending van deze nieuwsbrief is gratis. U kunt de toezending op elk gewenst moment weer stoppen.

Financieel advies bij echtscheiding wordt steeds belangrijker; nr. 1

07/07/2014

Per jaar zijn er circa 30.000 echtscheidingen. Veel echtparen doen voor hun echtscheiding een beroep op mediators en advocaten. Deze beroepsgroepen hebben hun eigen expertise en doen vaak goed werk. Maar in veel gevallen zijn deze adviseurs minder bekend met de aandachtspunten rondom de afwikkeling van bestaande financiële producten en adviezen rondom vermogensopbouw.

Naar het oordeel van Bureau DFO ligt hier een belangrijk adviesgebied voor de financieel adviseur. Bureau DFO zal hierom in de komende tijd meer aandacht aan dit onderwerp besteden. Wij werken hierbij samen met de ScheidingsDeskundige-Opleidingen. SD-Opleidingen is als opleidingsinstituut gespecialiseerd in het opleiden van professionals die betrokken zijn bij het scheidingsproces. Meer informatie over SD-Opleidingen vindt u op www.sd-opleidingen.nl

In deze nieuwsbrief gaan wij in op diverse actualiteiten die relevant zijn voor financieel adviseurs die worden geconfronteerd met vraagstellingen gerelateerd aan het scheidingsproces.

Afwikkeling lijfrente bij scheiding
Het toedelen van een lijfrentevoorziening bij het verdelen van een gemeenschap van goederen kan fiscale gevolgen hebben. Deze manifesteren zich op het moment dat één van de ex-partners de lijfrente verzekering krijgt toebedeeld en deze daarvoor een vergoeding betaalt aan de andere ex-partner. De vergoeding die de ex-partner ontvangt in verband met de verrekening van de waarde van de lijfrente is belast bij de ontvanger op grond van artikel 3.102 lid 3 sub b Wet IB 2001. Voor de ex-partner die deze vergoeding betaalt, is de vergoeding als persoonsgebonden aftrek op grond van artikel 6.3 lid 1 sub d Wet IB 2001 aftrekbaar. In veel gevallen is de scheidingsconsument of de betrokken scheidingsbegeleider zich niet bewust van deze gevolgen. Hierdoor kan de scheidingsconsument schade leiden.

Op 21 mei 2014 heeft de Rechtbank Limburg een uitspraak gedaan over een verzoek tot splitsing van een lijfrente. In dit vonnis bepaalt de rechtbank dat de in gemeenschap van goederen gehuwde partners de tot de gemeenschap behorende lijfrente dienen te verdelen in het kader van de echtscheiding. Een toedeling aan uitsluitend de man zou voor de vrouw onaanvaardbare fiscale gevolgen hebben.

Het is van belang om met partijen stil te staan bij de fiscale gevolgen van het verdelen van lijfrentes. Bovenstaand probleem had kunnen worden voorkomen als de ex-partners in het jaar van scheiding doen alsof zij voor het resterende kalenderjaar fiscaal partner zijn. Dit kan op grond van artikel 2.17 lid 5 sub c en lid 7 Wet IB 2001. De belastbare periodieke uitkering en verstrekking bij de ontvanger kan door het toerekenen van de persoonsgebonden aftrek worden geneutraliseerd. Hierdoor zou deze afwikkeling fiscaal neutraal verlopen. Wel zal de vrouw over de ontvangen periodieke uitkering en verstrekking een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet moeten betalen.

Knelpunten nieuwe lijfrente bij afkoop partneralimentatie
Als voormalige echtgenoten besluiten de partneralimentatie af te kopen in de vorm van een nieuwe lijfrente dan is de fiscale hoofdregel dat de koopsom voor de lijfrente bij de onderhoudsplichtige echtgenoot aftrekbaar is (art. 6.5 Wet IB 2001). De termijnen van de lijfrente zijn belast bij de onderhoudsgerechtigde (art. 3.105 lid 2 Wet IB 2001).

Op 25 maart 2014 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over de wijze waarop een alimentatievervangende lijfrente in een specifieke situatie moet worden belast bij de begunstigde van de polis (onderhoudsgerechtigde). In dit arrest ging het om een situatie waarin een ex-echtgenoot zijn alimentatieverplichting heeft afgekocht door het storten van een afkoopsom bij een verzekeraar. De verzekeraar keerde de lijfrente vervolgens rechtstreeks uit aan de alimentatiegerechtigde.

De inspecteur van de belastingdienst stelde dat het hierbij ging om een vervangende uitkering van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende uitkering en verstrekking. Deze dient volgens de inspecteur bij de ontvanger op grond van artikel 3.105 lid 2 Wet IB 2001 te worden belast. De stelling van de inspecteur sluit aan op de hoofdregel.

Het Hof stelt echter dat art. 3.105 lid 2 Wet IB 2001 uitsluitend geldt voor periodieke uitkeringen die worden gedaan door degene die tot de verrekening respectievelijk vervanging verplicht is. Doordat de vervangende uitkeringen in de vorm van een lijfrente rechtstreeks door de verzekeraar werden uitgekeerd, valt de uitkering volgens de rechtbank in box 3. Doordat de verzekering in deze specifieke situatie mocht worden bezwaard of kon dienen ter zekerheid is er ook geen andere heffingsgrond mogelijk. Aftrek van de gestorte koopsom is in verband met het niet voldoen aan de eis dat een lijfrente niet bezwaard mag worden of mag dienen tot zekerheid, niet mogelijk (art. 1.7 lid 1a Wet IB 2001).

Uit deze uitspraak kan in onze ogen niet de conclusie worden getrokken dat het afkopen van partneralimentatie in de vorm van een nieuwe lijfrente niet meer mogelijk is. De kern van deze casus is de onjuist opgemaakte polis. Hierdoor was heffing door de belastingdienst niet mogelijk. Aftrek bij de onderhoudsplichtige evenmin.

Voor de beroepspraktijk is het van belang dat deze fiscale consequenties in de gaten worden gehouden. Indien de afgesloten lijfrente niet aan de voorwaarden voldoet, zal de betaling van een premie voor een lijfrente niet door de alimentatieplichtige kunnen worden afgetrokken. Hierdoor kan de scheidingsconsument onnodige financiële schade lijden.

Gratis abonnement  op informatie ten aanzien van echtscheidingen
Bureau DFO zal in samenwerking met SD-Opleidingen de komende tijd regelmatig nieuwsbrieven maken gericht op financieel adviseurs. In deze nieuwsbrieven zal aandacht worden besteed aan voor financiële adviseurs relevante actuele ontwikkelen op het gebied van echtscheidingen. Tevens zullen er geregeld modellen worden verstrekt die bijdragen aan een professionele dienstverlening. Ook wordt de lezer geïnformeerd over bijeenkomsten en cursusaanbod op het gebieden van scheidingen. Wilt u deze tijdelijke serie nieuwsbrieven ontvangen, dan kunt u zich hiervoor zonder kosten aanmelden. Uiteraard kunt u op elk moment dat u dat wenst de toezending van deze nieuwsbrieven ook weer staken.