Per jaar zijn er circa 30.000 echtscheidingen. Veel echtparen doen voor hun echtscheiding een beroep op mediators en advocaten. Deze beroepsgroepen hebben hun eigen expertise en doen vaak goed werk. Maar in veel gevallen zijn deze adviseurs minder bekend met de aandachtspunten rondom de afwikkeling van bestaande financiële producten en adviezen rondom vermogensopbouw.

Naar het oordeel van Bureau DFO ligt hier een belangrijk adviesgebied voor de financieel adviseur. Bureau DFO zal hierom in de komende tijd meer aandacht aan dit onderwerp besteden. Wij werken hierbij samen met de ScheidingsDeskundige-Opleidingen. SD-Opleidingen is als opleidingsinstituut gespecialiseerd in het opleiden van professionals die betrokken zijn bij het scheidingsproces. Meer informatie over SD-Opleidingen vindt u op www.sd-opleidingen.nl

In deze nieuwsbrief gaan wij in op diverse actualiteiten die relevant zijn voor financieel adviseurs die worden geconfronteerd met vraagstellingen gerelateerd aan het scheidingsproces.

Afwikkeling lijfrente bij scheiding
Het toedelen van een lijfrentevoorziening bij het verdelen van een gemeenschap van goederen kan fiscale gevolgen hebben. Deze manifesteren zich op het moment dat één van de ex-partners de lijfrente verzekering krijgt toebedeeld en deze daarvoor een vergoeding betaalt aan de andere ex-partner. De vergoeding die de ex-partner ontvangt in verband met de verrekening van de waarde van de lijfrente is belast bij de ontvanger op grond van artikel 3.102 lid 3 sub b Wet IB 2001. Voor de ex-partner die deze vergoeding betaalt, is de vergoeding als persoonsgebonden aftrek op grond van artikel 6.3 lid 1 sub d Wet IB 2001 aftrekbaar. In veel gevallen is de scheidingsconsument of de betrokken scheidingsbegeleider zich niet bewust van deze gevolgen. Hierdoor kan de scheidingsconsument schade leiden.

Op 21 mei 2014 heeft de Rechtbank Limburg een uitspraak gedaan over een verzoek tot splitsing van een lijfrente. In dit vonnis bepaalt de rechtbank dat de in gemeenschap van goederen gehuwde partners de tot de gemeenschap behorende lijfrente dienen te verdelen in het kader van de echtscheiding. Een toedeling aan uitsluitend de man zou voor de vrouw onaanvaardbare fiscale gevolgen hebben.

Het is van belang om met partijen stil te staan bij de fiscale gevolgen van het verdelen van lijfrentes. Bovenstaand probleem had kunnen worden voorkomen als de ex-partners in het jaar van scheiding doen alsof zij voor het resterende kalenderjaar fiscaal partner zijn. Dit kan op grond van artikel 2.17 lid 5 sub c en lid 7 Wet IB 2001. De belastbare periodieke uitkering en verstrekking bij de ontvanger kan door het toerekenen van de persoonsgebonden aftrek worden geneutraliseerd. Hierdoor zou deze afwikkeling fiscaal neutraal verlopen. Wel zal de vrouw over de ontvangen periodieke uitkering en verstrekking een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet moeten betalen.

Knelpunten nieuwe lijfrente bij afkoop partneralimentatie
Als voormalige echtgenoten besluiten de partneralimentatie af te kopen in de vorm van een nieuwe lijfrente dan is de fiscale hoofdregel dat de koopsom voor de lijfrente bij de onderhoudsplichtige echtgenoot aftrekbaar is (art. 6.5 Wet IB 2001). De termijnen van de lijfrente zijn belast bij de onderhoudsgerechtigde (art. 3.105 lid 2 Wet IB 2001).

Op 25 maart 2014 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over de wijze waarop een alimentatievervangende lijfrente in een specifieke situatie moet worden belast bij de begunstigde van de polis (onderhoudsgerechtigde). In dit arrest ging het om een situatie waarin een ex-echtgenoot zijn alimentatieverplichting heeft afgekocht door het storten van een afkoopsom bij een verzekeraar. De verzekeraar keerde de lijfrente vervolgens rechtstreeks uit aan de alimentatiegerechtigde.

De inspecteur van de belastingdienst stelde dat het hierbij ging om een vervangende uitkering van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende uitkering en verstrekking. Deze dient volgens de inspecteur bij de ontvanger op grond van artikel 3.105 lid 2 Wet IB 2001 te worden belast. De stelling van de inspecteur sluit aan op de hoofdregel.

Het Hof stelt echter dat art. 3.105 lid 2 Wet IB 2001 uitsluitend geldt voor periodieke uitkeringen die worden gedaan door degene die tot de verrekening respectievelijk vervanging verplicht is. Doordat de vervangende uitkeringen in de vorm van een lijfrente rechtstreeks door de verzekeraar werden uitgekeerd, valt de uitkering volgens de rechtbank in box 3. Doordat de verzekering in deze specifieke situatie mocht worden bezwaard of kon dienen ter zekerheid is er ook geen andere heffingsgrond mogelijk. Aftrek van de gestorte koopsom is in verband met het niet voldoen aan de eis dat een lijfrente niet bezwaard mag worden of mag dienen tot zekerheid, niet mogelijk (art. 1.7 lid 1a Wet IB 2001).

Uit deze uitspraak kan in onze ogen niet de conclusie worden getrokken dat het afkopen van partneralimentatie in de vorm van een nieuwe lijfrente niet meer mogelijk is. De kern van deze casus is de onjuist opgemaakte polis. Hierdoor was heffing door de belastingdienst niet mogelijk. Aftrek bij de onderhoudsplichtige evenmin.

Voor de beroepspraktijk is het van belang dat deze fiscale consequenties in de gaten worden gehouden. Indien de afgesloten lijfrente niet aan de voorwaarden voldoet, zal de betaling van een premie voor een lijfrente niet door de alimentatieplichtige kunnen worden afgetrokken. Hierdoor kan de scheidingsconsument onnodige financiële schade lijden.

Gratis abonnement  op informatie ten aanzien van echtscheidingen
Bureau DFO zal in samenwerking met SD-Opleidingen de komende tijd regelmatig nieuwsbrieven maken gericht op financieel adviseurs. In deze nieuwsbrieven zal aandacht worden besteed aan voor financiële adviseurs relevante actuele ontwikkelen op het gebied van echtscheidingen. Tevens zullen er geregeld modellen worden verstrekt die bijdragen aan een professionele dienstverlening. Ook wordt de lezer geïnformeerd over bijeenkomsten en cursusaanbod op het gebieden van scheidingen. Wilt u deze tijdelijke serie nieuwsbrieven ontvangen, dan kunt u zich hiervoor zonder kosten aanmelden. Uiteraard kunt u op elk moment dat u dat wenst de toezending van deze nieuwsbrieven ook weer staken.