Van álle (mede-)beleidsbepalers moet vóór aanstelling de betrouwbaarheid worden vastgesteld

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Op 28 december 2018 heeft de AFM aan een voormalig dagelijks beleidsbepaler in privé een boete opgelegd van € 50.000. Aanleiding hiervoor was dat de onderneming een (andere) persoon als beleidsbepaler had laten functioneren zonder dat de betrouwbaarheid van deze andere persoon door de AFM was vastgesteld.

 

Zonder vaststelling betrouwbaarheid geen benoeming

Een financiële onderneming mag pas tot benoeming van een:

  • mede-beleidsbepaler
  • beleidsbepaler
  • dagelijks beleidsbepaler

overgaan nadat de AFM heeft uitgesproken dat de betrouwbaarheid van de betreffende persoon voor de AFM buiten twijfel staat.  Ten aanzien van de dagelijks beleidsbepaler geldt als aanvullende voorwaarde dat naast diens betrouwbaarheid ook diens “geschiktheid” moet worden vastgesteld. Ter voorkoming van misverstanden: de eisen van “geschiktheid” zijn andere eisen dan de eisen van “vakbekwaamheid” die gelden voor natuurlijke personen die adviseren.

Dagelijks beleidsbepaler laat illegale situatie toe
In deze boeteoplegging betreft het een dagelijks beleidsbepaler van wie de betrouwbaarheid en geschiktheid door de AFM is getoetst. Gedurende enige tijd is er echter een tweede persoon aanwezig die zich materieel naar buiten gedraagt op een zodanige wijze dat gesteld kan worden dat deze ook het beleid van de onderneming (mede) bepaalt. Van deze persoon was echter niet vooraf diens betrouwbaarheid door de AFM vastgesteld.

De AFM verwijt de dagelijks beleidsbepaler deze illegale situatie te hebben laten voortbestaan.

Wanneer in privé aanspreekbaar?
Indien een natuurlijk persoon binnen een onderneming leiding geeft aan een verboden gedraging kan de AFM, naast de onderneming ook deze natuurlijke persoon een boete opleggen, indien wordt voldaan aan drie criteria, te weten:

  1. De natuurlijke persoon was op de hoogte van de verboden gedraging door de rechtspersoon althans hij heeft bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de verboden gedraging zich zou voordoen’;
  2. De natuurlijke persoon was bevoegd en redelijkerwijs gehouden die verboden gedraging te voorkomen en/of te beëindigen;
  3. De natuurlijke persoon heeft nagelaten maatregelen te treffen om de verboden gedraging te voorkomen of te beëindigen.

In dit boetebesluit verwijt de AFM de dagelijks beleidsbepaler te hebben toegelaten dat een andere persoon zich materieel als dagelijks beleidsbepaler opstelt zonder dat de onderneming eerst aan de AFM had verzocht uit te spreken of de betrouwbaarheid van deze persoon voor de AFM buiten twijfel staat. Het basisbedrag van de boete voor deze schending van de wet bedraagt 2 miljoen euro. Gelet op de persoonlijke draagkracht van de betreffende dagelijkse beleidsbepaler (die ten tijde van het opleggen van de boete niet meer bij de onderneming werkzaam was) wordt de boete door de AFM verlaagd naar € 50.000.

Deel deze nieuwsbrief via sociale media

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin