AFM vraagt naar de wijze waarop kantoor de Wwft naleeft

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Financiële advieskantoren die bemiddelen in levensverzekeringen hebben van de AFM het verzoek gekregen om vragen te beantwoorden over de wijze waarop het kantoor de verschillende verplichtingen uit de Wwft naleeft. Deze uitvraag past in het beeld dat de samenleving, inclusief politiek en toezichthouders, het tegengaan van het witwassen van geld resp. het financieren van terrorisme tot topprioriteit heeft verheven. In deze nieuwsbrief zetten we een aantal zaken waaraan elk advieskantoor moet denken op een rij.

Nog even recapituleren

Op 25 juli 2018 is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) gewijzigd. Voor financieel advieskantoren gelden de volgende hoofdlijnen:

1.     Levensverzekeringen
De eisen gelden voor bemiddelaars in levensverzekeringen. Onder bemiddelen wordt verstaan het tot stand brengen van een levensverzekering tussen een particulier of bedrijf en een verzekeraar en het assisteren bij het beheer en uitvoering van deze verzekering.

Het zal echter duidelijk zijn dat – indien een financieel advieskantoor in het kader van een schadeverzekering signalen krijgt dat de klanten of de gewenste schadeverzekering deel uitmaken van een poging tot witwassen of terrorisme – het kantoor niet de andere kant op kan kijken onder het motto dat de Wwft alleen geldt voor bemiddelaars in levensverzekeringen.


2.     Cliëntenonderzoek
Bij elke klant voor wie wordt bemiddeld voor een levensverzekering moet op basis van een risico-afweging een cliëntenonderzoek plaatsvinden. Dit geldt sowieso voor alle nieuwe klanten maar ook voor de bestaande klanten met een levensverzekering, die eerder nog niet aan een cliëntenonderzoek onderworpen zijn geweest.

Daarbij is de vrijstelling vervallen, zoals die eerder gold voor polissen waarvan de jaarlijkse premie minder dan € 1.000,- bedraagt of die in het verleden zijn gesloten tegen een eenmalige premie van minder dan € 2.500,-. Wel is het toegestaan ervan uit te gaan dat levensverzekeringspolissen met een lage premie als lager risico worden gezien. In deze gevallen kan doorgaans een vereenvoudigd cliëntenonderzoek (zie onder punt 5) worden uitgevoerd.

Desalniettemin: de AFM eist nu, dat – wanneer deze klanten niet eerder een cliëntenonderzoek hebben ondergaan – dit ‘onmiddellijk in gang wordt gezet‘. Nadrukkelijk merkt de AFM op dat kantoren zich van deze verplichting niet kunnen afmaken met de veronderstelling dat de verzekeraar hiervoor verantwoordelijk is.

Euro banknotes on a clothesline against cloudy sky

3.     Meldplicht
Signaleert het kantoor ongebruikelijke situaties dan geldt er een meldplicht. Deze signalen moeten (online) gemeld worden bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU).

4.     Periodieke opleidingen
Financieel dienstverleners zijn verplicht om periodiek opleidingen aan hun medewerkers aan te bieden waarin zij leren ongebruikelijke transacties te herkennen en een cliëntenonderzoek goed en volledig te kunnen uitvoeren.

5.     Risicobeoordelingen moeten worden vastgelegd
Financieel dienstverleners zijn verplicht om een eigen risicoclassificatie op te stellen ten aanzien van de klanten aan wie zij hun diensten verlenen. Voor de hand ligt een volgende indeling:

  1. Klanten die een hoger risico vormen op betrokkenheid bij witwassen of financieren van terrorisme, moeten in hogere risicoklasse worden ingedeeld. Deze klanten moeten worden onderworpen aan een diepgaander (‘verscherpt’) cliëntenonderzoek.
  2. Bij klanten die een gemiddeld risico vormen, kan een standaard cliëntenonderzoek volstaan.
  3. Een vereenvoudigd cliëntenonderzoek is toereikend bij klanten bij wie een laag risico bestaat op witwassen en financieren van terrorisme.

Vervolgens zijn financiële dienstverleners verplicht om per klant de risicobeoordeling en –indeling vast te leggen, op een zodanige wijze dat deze op verzoek aan de toezichthouders kunnen worden getoond.

Knelpunt ligt bij risicobeoordeling
Voor de meerderheid van de financieel advieskantoren zal het knelpunt van de nieuwe Wwft-eisen liggen bij de risicobeoordeling. De AFM geeft hiervoor geen concrete handvatten, maar verwijst de adviseur naar verschillende (externe) rapporten, in totaal ruim 300 pagina’s, waaruit de bemiddelaar zelf de indicatoren moet halen die betrokken worden bij de diepgang van de risicobeoordeling. Ook de toezichthouder zal kunnen voorzien dat dit op deze wijze niet zal werken, zoals dat de bedoeling is. Met name de risicobeoordeling zal in de praktijk niet goed van de grond komen. Vooral kantoren die bijvoorbeeld al een omvangrijke bestaande leven portefeuille hebben, zullen hier lastig capaciteit voor kunnen vrijmaken.

Voor nu vooral gezond verstand gebruiken
Het gemiddelde financieel advieskantoor bestaat nog steeds uit een beperkt aantal werkzame personen. Deze kantoren beschikken niet over aparte, goed opgeleide compliance functionarissen of stafafdelingen die rapporten kunnen analyseren en vertalen naar beleid voor het kantoor.

Voor nu adviseert Bureau DFO bemiddelaars vooral hun ‘gezonde verstand’ te gebruiken. Dat ‘gezonde verstand’ zal dan vanzelf zijn werk doen wanneer het kantoor te maken krijgt met situaties als hieronder zijn opgenomen of situaties die daarop lijken:

  • Verzoeken tot aangaan van transacties die niet passen in het ‘plaatje’ van de klant, bijvoorbeeld hoge leningen of verzekerde bedragen voor mensen met een beperkt inkomen.
  • Vragen of bepaalde financiële verplichtingen ook in bitcoins en ander virtueel geld kunnen worden betaald.
  • Bij het afsluiten van een levensverzekering een meer dan gemiddelde belangstelling bestaat bij de vraag wanneer de verzekering weer kan worden afgekocht en welke waarde dan wordt uitgekeerd.
  • Het opnemen van begunstigden op een levensverzekering waarbij volledig onduidelijk is wat de relatie is tussen de klant en die begunstigde.
  • Verzekeringen waarbij ondernemingen zijn betrokken met een stapeling van BV’s, al dan niet gedeeltelijk in het buitenland gevestigd, waardoor onduidelijk is en blijft wie uiteindelijk belang heeft bij het betreffende financiële product.

Twijfels bespreekbaar maken
Komt het kantoor een dergelijke situatie tegen dan adviseert Bureau DFO om dit bespreekbaar te maken. Dat kan bijvoorbeeld met:

  • De compliance afdeling van de verzekeraar die mogelijk bij het product betrokken is of wordt;
  • De Financial Intelligence Unit Nederland. Op werkdagen(!) tussen 08.30-21.00 bereikbaar;
  • De AFM;
  • Uw brancheorganisatie;
  • Uw franchiseorganisatie.

Brochure
De AFM heeft over de Wwft een brochure uitgegeven. Deze kunt u via deze link downloaden.

Meer weten?
Heeft u behoefte aan meer informatie om aan de eisen zoals de AFM die stelt te voldoen? Bureau DFO kan u daarbij helpen. U vindt deze informatie op https://www.dfobv.nl/product/model-processen-wwft-en-sanctiewet/

of op onze Kennisbank

Terug naar de Nieuwsbrief Actualiteiten

 

Deel deze nieuwsbrief via sociale media

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin